Wat zijn de Oracle Achtergrond Processen
In het kort zijn dit de Oracle achtergrond processen:. Database writer (DBWn) De Database Writer is een Oracle Background Proces, die gestart wordt bij het starten van een Oracle Instance. Het doel van de Database Writer is het schrijven van dirty blocks naar schijf. Dit genereert I/O. Het wegschrijven van dirty blocks gebeurt wanneer de buffer cache vol raakt. Deze dirty blocks worden weggeschreven in de datafiles. Je kunt in de init.ora tot in totaal 9 DBWR processen specificeren, als de database zwaar onderhevig is aan updates. De init.ora parameter DB_WRITER_PROCESSES specificeert het aantal DBWn processen. Log Writer (LGWR) De Log Writer schrijft entries van de redo log buffer naar de redo log files. Checkpoint (CKPT) Het Checkpoint proces zorgt dat de DBWR de dirty blocks wegschrijft en update de datafile headers en control files. Een voordeel is dat de recovery tijd voor een Oracle Database zo verkort wordt. System Monitor (SMON) Het System Monitor (SMON) background process wordt gestart wanneer de database instance gestart wordt en heeft verschillende taken. Het kijkt eerst of de database consistent is door de SCN van de datafile headers te vergelijken met de SCN van de controlfile. Als dit klopt, wordt de database gestart en dus is de database consistent. Als de SCN niet gelijk is, dan zorgt de SMON voor automatische crash recovery, wat bestaat uit het forwarden van de redo logs en het rollback van de uncommited transacties. Ook worden er verschillende tablespace operations uitgevoert, zoals het coalesces (soort defrag) van vrije extents in nog grotere aan elkaar liggende vrije extents. En het opruimen van tijdelijke segmenten die niet meer nodig zijn.Process Monitor (PMON) Het PMON process monitort processen en herstart gecrashde database processen. Wanneer processen crashen, ruimt PMON de boel op. Dit heet ook wel "garbage collection". Dit houdt o.a. in het releasen van locks van gecrashde processen en het vrijmaken van geheugen. Archiver (ARCn) Het Archiver proces is alleen aanwezig als de database instance ook archive logging aan heeft staan. Het doel van dit proces is het kopiëren van redo log files naar een archive log lokatie. Deze archived redo logs, ook wel archives genaamd, kunnen gebruikt worden voor een database recovery. Recoverer (RECO) Het recoverer proces wordt gebruikt bij distributed transacties die pending zijn door netwerk failure of system failure. Met interval zal de locale RECO connectie proberen te maken met de remote database en automatisch het lokale deel van de transactie committen dan wel rollbacken van enige pending transactie. Dispatcher (Dnnn) Dispatchers zijn optionele achetrgrond processen, die alleen aanwezig zijn wanneer de the multi-threaded server (MTS) configuration wordt gebruikt. Lock (LCK0) In een Oracle Parallel Server, voorziet een lock proces in inter-instance locking. Job Queue (SNPn) Job queue processen zorgen voor de batch verwerking. Alle geschedulde jobs worden door deze processen uitgevoerd. De init.ora parameter JOB_QUEUE_PROCESSES specificeert de maximum job processen die tegelijk uitgevoerd kunnen worden. Als een job fout gaat met een Oracle error dan zal deze deze in de alertlog terechtkomen en tevens zal een tracefile gegenereerd worden. Het fout lopen van een job zal niet resulteren in een instance failure. Queue Monitor (QMNn) Het queue monitor proces is optioneel voor Oracle Advanced Queuing. Je kan tot 10 queue monitor processen definieren. Net als SNPn zal dit proces bij failure niet resuteren in instance failure. De AQ_TM_PROCESSES init parameter specificeerd de aanmaak van queue monitor processen bij instance startup Change Tracking Writer (CTW) Deze is er in Oracle 10g nieuw bijgekomen en zorgt ervoor dat de veranderingen in de blokken naar de Change Tracking File worden geschreven. zie ook VERSNEL BACKUPTIJDEN - INCREMENTELE BACKUPS |