Om een ASM instance te maken moet er eerst een file worden gemaakt met de naam init+ASM.ora in de /tmp directory die de volgende informatie bevat:
INSTANCE_TYPE=ASM Gebruik vervolgens een SQL*Plus connect naar idle instance. export ORACLE_SID=+ASM
sqlplus / as sysdba Maak een spfile gebruik makend van de inhoud van de init+ASM.ora file. SQL> CREATE SPFILE FROM PFILE='/tmp/init+ASM.ora';
File created. Start tenslotte de instance met de NOMOUNT optie. SQL> startup nomount ASM instance started
Total System Global Area 125829120 bytes Fixed Size 1301456 bytes Variable Size 124527664 bytes Database Buffers 0 bytes Redo Buffers 0 bytes SQL> De ASM instance is nu klaar voor gebruik om disk groups te maken en te mounten. Om de ASM instance te sluiten gebruik je het volgende commando: SQL> shutdown ASM instance shutdown SQL> Als er een ASM instance is, kunnen disk groups gebruikt worden voor de volgende parameters in de database instances (INSTANCE_TYPE=RDBMS) om file creation door ASM mogelijk te maken: - DB_CREATE_FILE_DEST
- DB_CREATE_ONLINE_LOG_DEST_n
- DB_RECOVERY_FILE_DEST
- CONTROL_FILES
- LOG_ARCHIVE_DEST_n
- LOG_ARCHIVE_DEST
- STANDBY_ARCHIVE_DEST
Starten en stoppen van ASM InstancesASM instance worden op dezelfde manier gestopt en gestart als normale database instances. De opties voor het STARTUP commando zijn: - FORCE – voert een SHUTDOWN ABORT uit voor het herstarten van de ASM instance.
- MOUNT – Start de ASM instance en mounts de disk groups gespecificeerd door de ASM_DISKGROUPS parameter.
- NOMOUNT – Start de ASM instance zonder het mounten van de disk groups.
- OPEN – Dit is geen geldige optie voor een ASM instance.
De opties voor een SHUTDOWN commando zijn: - NORMAL - de ASM instance wacht tot alle geconnecte ASM instances en SQL sessies zijn beëindigd en sluit dan af.
- IMMEDIATE - de ASM instance wacht tot de SQL transacties klaar zijn en sluit dan af. Het wacht niet tot sessies zijn beëindigd.
- TRANSACTIONAL – hetzelfde als IMMEDIATE.
- ABORT - de ASM instance sluit gelijk af.
|